+31623224815 mail@ahaerlebizz.nl
Selecteer een pagina

Europese Commissie wil obstakels grensoverschrijdend ondernemen wegnemen. Uitnodiging gaat echter al mis

Hoe kunnen ondernemers en overheden in Nederland en Duitsland grensoverschreidende samenwerking verbeteren? Welke obstakels kunnen worden weggenomen? Binnenkort zouden we antwoord kunnen krijgen op een speciaal hiervoor georganiseerd evenement van het Huis van de Nederlandse Provincies. Alhoewel? Is dat ook de bedoeling?

Op 11 oktober 2017 organiseert het Huis van de Nederlandse provincies een side-event rond een rapport van de Europese Commissie dat deze maand wordt gepubliceerd, ontdek ik via Twitter. Wie geinteresseerd is kan zich aanmelden.

Ik ben geinteresseerd in alles wat te maken heeft met mijn bedrijf dat Nederlandse ondernemers die succesvol willen zijn in Duitsland ondersteunt.

Wat voor side-event is dit? Waar vindt het plaats? Wat staat er op de agenda?

Via de tweet beland ik op de site van het Huis van de Nederlandse provincies, een organisatie waar ik tot dusver nog nooit van gehoord had.

De Europese Commissie publiceert in september 2017 het rapport “Boosting growth and cohesion in EU border regions” lees ik op de pagina waar de tweet naartoe linkt.

Bevordering van groei en cohesie in de grensregio’s van de EU, denk ik. Waarom moet dat nu in het Engels?

De pagina blijkt in het Nederlands en het Duits te zijn geschreven, is gericht op Nederlanders en Duitsers die geinteresseerd zijn in grensoverschrijdende samenwerking…

Waarom is de titel van het Europese rapport dan niet vertaald in het Nederlands en het Duits?

En waarom is er een side-event georganiseerd?

Waarom Engels als het ook gewoon in het Nederlands en in het Duits kan? Waarom niet gewoon een bijeenkomst?

Het rapport van de Europese Commissie waarover tijdens het side-event wordt gesprokem bevat volgen de uitnodiging van het Huis van de Nederlandse Provincies een reeks van aanbevelingen om grensoverschrijdende belemmeringen aan te pakken.

Stof genoeg waarschijnlijk voor interessante presentaties, want in reactie op het rapport organiseert “het Huis van de Nederlandse Provincies, in samenwerking met de EU-vertegenwoordiging van Noordrijn-Westfalen als gastheer, en de vertegenwoordigingen van Nedersaksen, Vlaanderen, het secretariaat generaal van de Benelux Unie, Euregio Rijn Maas Noord, en het Instituut voor transnationaal en grensoverschrijdende samenwerking en mobiliteit (ITEM), een event over het mobiliseren van potentieel in Europese grensregio’s”.

Ik heb de letterlijke opsomming van partijen die betrokken zijn bij dit evenement gekopieerd. Ziet er indrukwekkend uit. Veel instanties, geen enkele ondernemersorganisatie.

Is dit evenement misschien helemaal niet voor ondernemers bedoeld?

Ik word op de landingspagina niet wijzer. Het lijkt toch echt op een algemene uitnodiging.

“Meld u hier aan voor het side-event op woensdag 11 oktober 2017, 16.00 – 20.00.
De voertalen zijn Duits en Nederlands en worden simultaan vertaald.”

Als ik hier naartoe wil, waar moet ik dan zijn?

De EU-vertegenwoordiging van Noordrijn-Westfalen is gastheer, meldt de uitnodiging van het Huis van de Nederlandse Provincies. Via een link ontdek ik het adres van de gastheer. Adres
Montoyerstraat 47 in Brussel.

Niet bepaald dichtbij de deur voor grensoverschrijdende ondernemers uit Nederland en Duitsland.

Op de lijst van sprekers ontdek ik dat er onder meer twee presentaties zijn over grensoverschrijdende projecten in de Eems Dollard Regio, bij mij in de buurt. Een bijeenkomst in Noordrijn-Westfalen was ook geen probleem geweest. Maar Brussel?

Brussel is een ver van mijn bed show voor veel ondernemers. Ik ben benieuwd wat er voor aanbevelingen in het rapport staan dat gaat over het wegnemen van obstakels bij grensoverschrijdende samenwerking.

Laten we beginnen met heldere communicatie op tijdstippen en locaties die voor hardwerkende geinteresseerde ondernemers reeel zijn.

En over communicatie gesproken… Wat doet het Huis van de Nederlandse Provincies eigenlijk? Op de site wordt het niet uitgelegd. En de rest van de teksten bevat werkelijk onbegrijpenlijk nietszeggende ambtenaren en bestuurdersjargon.

Hoe reageren Duitse ondernemers op de Nederlandse bedrijfscultuur?

Zelfbewuste Nederlandse zakenmensen brengen Duitse ondernemers soms tot wanhoop. En dan die secretaresses die zich overal mee bemoeien. Om gek van te worden.

Duitse managers die in Nederland werken ontdekken al snel dat er een groot verschil zit tussen de Nederlandse en Duitse bedrijfscultuur. De Westdeutsche Zeitung publiceerde in 2008 een mooie reportage over een crashcursus Nederlands denken voor Duitse zakenmensen. De reportage is nog altijd actueel.

Wie door de ogen van de Duitse verslaggever en de Duitse zakenmensen naar de Nederlandse cultuur kijkt begrijpt plotseling dat Nederlandse ondernemers door tactvoller te reageren meer kunnen bereiken. Net als de Duitse ondernemers die zich proberen in te leven in de Nederlandse cultuur kan het voor Nederlandse ondernemers geen kwaad zich te verdiepen in de Duitse cultuur.

De Duitse ondernemer Jörg Rose beschouwde zichzelf als zeer flexibel. Zeven jaar Egypte was geen probleem. Maar toen ging hij als directeur naar Nederland, en sindsdien waant hij zich in een verkeerde film.

Rose zit samen met andere managers en ondernemers bij de Duits-Nederlandse Kamer van Koophandel in Düsseldorf en volgt hij een snelle cursus Nederlands denken. Hij leerde één ding van het begin af aan: hij is geen op zichzelf staand geval. Ongeveer 200 Duitsers doen op deze manier jaarlijks kennis op.

Beide landen lijken op het eerste gezicht vergelijkbaar en het bedrijfsleven bloeit snel. Maar het gevoel van vertrouwdheid is bedrieglijk, zoals manager Nanno Fauth uit Hamburg leerde:”Ik dacht eerst: ze spreken allemaal Duits – het is als onze manier van leven. Een fatale vergissing.”

Hij werd al snel beschouwd als een controlefreak die zich overal bemoeide. “Telkens als ik kwam, verdraaiden ze hun ogen.” Op een dag werd op zijn kantoordeur een bord met het opschrift “007 – Wijzigingsvergunning”geplakt.

De secretarissen hebben ook inspraak in de bedrijven

 

De Duitse zakenman Rose merkte al snel op dat in een Nederlands bedrijf meer werknemers dan in Duitsland bij beslissingen betrokken moeten worden.

“Aan het begin zaten de secretaresses aan tafel en bespraken het nieuwe project. Daar kun je als Duitse manager met je hoofd niet bij. Een andere manager klaagt:”Ik hoorde bijna iedere dag, nee, dat kunnen we niet”. Een zakenman uit Moers: “de grens ligt slechts een paar kilometer verderop, maar de mensen zijn anders.”

Seminarleider Ursula Brinkmann, specialist in “intercultureel zakendoen”, kent dergelijke beschrijvingen goed genoeg. “Het blijft fascinerend dat een land om de hoek nog steeds zulke verschillen heeft.”

Om te beginnen verwijst ze naar een scherm waarop de titel van het seminar en haar naam eenvoudig zijn geschreven:”Führung im deutsch-niederländischen Kontext – Dr. Ursula Brinkmann.”

“Dat zou ik in Nederland op een andere manier doen. Weet iemand wat ik bedoel”? Ja, zo vakkundig zijn de deelnemers:”De titel moet weg. Voor Nederlanders creëert dit meteen een onaangename afstand.”

Om dezelfde reden willen Nederlanders snel van “u” naar “jij”.

Nederlandse zakenlieden hebben vaak al na hun eerste of tweede bijeenkomst een naam. Maar dit is geen gebaar van vriendschap of een vorm van vriendelijkheid, en men mag niet geloven dat het de onderhandelingen gemakkelijker zou maken – altijd met koffie. De “jij” verplicht niets.

Brinkmann vertelt veel over de “vrouwelijke bedrijfscultuur” van Nederland. “Als manager moet je sympathiek worden gevonden. Als je de baas gaat uithangen, werkt het gewoon niet.”

De ernstigste fout van alles: “Je moet nooit zeggen dat we het nu net als in Duitsland doen. Dan zullen de Nederlanders zich aansluiten bij het verzet. Je kunt allerlei dingen introduceren, maar je kunt het niet Duits noemen!”

Nederlanders werken zelfstandig en flexibel

Een vraag van één Duitse cursist:”Is het een goed teken als mensen met u over privézaken praten?”

“Absoluut,”antwoordt Brinkmann. De scheiding tussen werk en privacy is gewoon veel vloeiender in het leven van Nederlanders. “Je moet de collega’s voortdurend signalen blijven sturen dat de relatie nog op orde is. En je moet ze zoveel mogelijk ruimte geven.”

Maar Nederlanders werkten dan zelfstandiger en passen zich sneller aan nieuwe of onverwachte situaties aan.