Als je als Nederlands bedrijf de Duitse markt wilt veroveren is het verstandig om een nieuwe Duitse site met een Duitse domeinnaam te laten ontwikkelen. Een Duitse sectie op een Nederlandse site werkt niet. Er zijn een paar redenen waarom.
Hoog in Google Duitsland
De belangrijkste reden is de vindbaarheid van je site via Google Duitsland. Duitse sites met een .de extensie worden daar hoger geïndexeerd.
Het is goed te beseffen dat Duitse sites bijzonder dominant aanwezig zijn op het internet.
Duitse domeinnaam populair
Met 8 miljoen .de-domeinen heeft Duitsland het wereldwijd belangrijkste landdomein. Zelfs de Britse extensie co.uk ligt ver achter Duitsland, met slechts 3,7 miljoen domeinen.
Op nummer 1 staat .com. Op twee volgt .info.
Duitse domeinnamen zijn nog populairder dan. net,. info,. org en. biz extensies.
Duitsers geven de voorkeur aan Duitstalige sites met een Duitse domeinnaam. Een Duitse site wekt vertrouwen bij Duitsers. En vertrouwen is belangrijk als je zaken wilt doen.
Om vertrouwen te kunnen wekken is het allereerst belangrijk om gevonden te worden in Duitsland.
Dus adviseren wij bedrijven die nu nog een Duitse vertaling op hun site met .nl of .com hebben om een volledig nieuwe Duitse site te starten met een .de domein.
Is dat duur?
Het hoeft niet veel duurder te zijn dan een Duitse vertaling van de Nederlandse site. Soms kan je webbouwer je Nederlandse site dupliceren naar een .de domein, waarna je deze kopiesite met bestaande Layout kunt vertalen.
Let er wel op dat alle bestandsnamen van beeldmateriaal en alle links en keywords van de gekopieerde site ook worden vertaald. Die bestandsnamen en links zie je niet als bezoeker van de site, maar Google ziet het wel.
Zorg ervoor dat je Duitse mailadressen gebruikt.
Duits telefoonnummer
En zorg ervoor dat je bereikbaar bent via een Duits telefoonnummer. Duitsers bellen niet graag naar buitenlandse nummers. Ze zijn bang voor hoge telefoonrekeningen en vrezen dat ze iemand aan de lijn krijgen die ze niet kunnen verstaan. En vergeet ook niet dat veel Duitse bedrijven net als Nederlandse bedrijven bellen naar het buitenland geblokkeerd hebben in hun telefooncentrale.
Duitsland, Spanje en Italie steunen een voorstel van Frankrijk om internetgiganten als Google en Amazon te belasten op de omzet die ze in landen binnen de Europese Unie boeken. Dat meldt de Britse zakenkrant Financial Times (FT) zaterdag.
Het voorstel, dat door de Franse minister van Financiën Bruno Le Maire werd geïnitieerd, moet volgende week aan alle ministers van Financiën van de EU worden voorgelegd.
“We moeten niet langer accepteren dat deze bedrijven zakendoen in Europa, en intussen een minimum aan belasting betalen”, aldus de ministers in het concept.
Om tot een wetswijziging te komen, moeten alle EU-landen instemmen.
Momenteel betalen grote internetbedrijven belasting op basis van hun winst. Er is al langer weerstand tegen deze manier van belastingheffing. Belastingen zouden hierdoor in sommige gevallen erg laag uitvallen, terwijl bedrijven miljarden aan omzet boeken.
De Europese minister van Financiën komen op 15 september bijeen in de Estse hoofdstad Tallinn.
Een alliantie van Duitse bedrijven wil de inlogprocedure voor websites vereenvoudigen en gegevensbescherming bieden met het onafhankelijke dataplatform Verimi. De lancering is gepland voor begin 2018.
Duitsers zijn bijzonder terughoudend met het afstaan van privacygevoelige gegevens. Er wordt argwanend naar sites met inlogopties of verbindingen via Facebook en Google gekeken.
In mei van dit jaar vormden de vier Duitse ondernemingen Axel Springer, Daimler, Allianz en Deutsche Bank een data-alliantie. Hun ambitieuze doel: het doorbreken van de dominantie van Google, Facebook en andere Amerikaanse bedrijven op internet.
Onderdeel van het initiatief is een dataplatform dat ontworpen is om het inloggen op websites te “vereenvoudigen” dankzij een enkele aanmelding.
Klanteninformatie wordt centraal opgeslagen en kan desgewenst naar de betreffende serviceprovider worden overgedragen.
Het platform Verimi is al online maar nog niet operationeel. De naam is samengesteld uit de Engelse termen “verif” en “me”.
Het geplande “Registratie, Identiteit en Data Platform” zal aan het begin van het jaar 2017/18 van start gaan.
De gegevensalliantie heeft ook drie nieuwe bondgenoten gekregen, Lufthansa, Deutsche Telekom en Bundesdruckerei.
De data-alliantie wil met Verimi een soort “mastersleutel voor online diensten en autoriteiten” opzetten.
Veel gebruikers gebruiken nu hun Facebook- of Google-accounts om snel in te loggen en in te loggen op verschillende diensten.
De klantgegevens zijn dan in handen van Amerikaanse bedrijven die de informatie ook gebruiken voor reclame.
Het Duitse alternatief bevordert een hoge mate van gegevensbescherming: het platform moet “de hoogste normen op het gebied van gegevensbeveiliging en gegevensbescherming garanderen”.
Verimi zal rekening houden met de hervormde EU-wetgeving inzake gegevensbescherming en de eIDAS-verordening die de vertrouwensdiensten van de online-ID-kaartfunctie regelt.
Gebruikers bepalen aan wie en om welke redenen welke gegevens mogen worden doorgegeven.
Om ervoor te zorgen dat gebruikers de nieuwe hoofdsleutel gebruiken, moet deze op zoveel mogelijk websites passen.
De makers van het “Trust Platform” beloven dat het vanaf het allereerste begin een brede markt zal bestrijken. Dit omvat de automobiel-, financiële, IT-, luchtvaart-, media-, telecommunicatie- en verzekeringssector.
De data-alliantie wil snel meer bedrijven uit alle sectoren als partner aantrekken.
In juli hebben een aantal Duitse mediabedrijven ook een gezamenlijke inlog-alliantie gepresenteerd met gelijkaardige plannen. Deze mediabedrijven willen gebruikers ook een eenvoudige registratieprocedure en transparant gegevensbeheer aanbieden.
De leden van de inlogalliantie zijn onder meer de mediagroep RTL, ProSiebenSat. 1 en United Internet (GMX, Web. de). Deze media-alliantie kan de diversiteit van de concurrentie echter nog niet bijbenen.
Onderzoek onder 20.000 internationale meertalige sites wijst uit dat 75 procent technisch volstrekt verkeerd is ingericht voor Google. Het betreft dan een of meerdere fouten in het gebruik van hreflang.
Het onderzoek is gedaan door SEMrush met een Site Audit tool.
Hreflang-code zorgt ervoor dat Google weet welke taal je op een specifieke webpagina gebruikt.
Dit is vooral belangrijk voor webshops die zich richten op internationale markten omdat buitenlandse bezoekers van de website dan meteen de webpagina in de juiste taal te zien krijgen.
Google
In 2011 introduceerde Google de hreflang attribute om website-eigenaren en developers in staat te stellen de zichtbaarheid van hun website in diverse landen te verbeteren.
Veel Nederlandse ondernemers die zich richten op de Duitse markt maken gebruik van een meertalige site. Je kunt aan de hand van een vlaggetje op de site vaak doorklikken naar de Duitse pagina’s.
Voor het gevoel van de ondernemers werkt dat goed. Zo’n meertalige site lijkt bovendien eenvoudiger bij te houden. En ook goedkoper. Je bent maar een domeinnaam nodig. De hele site hoeft maar een keer ingericht te worden.
Goedkoop kan echter ook duurkoop zijn. Het gevoel van de Nederlandse ondernemer is anders dan dat van de Duitse krant die drempelvrees krijgt bij een meertalige site.
Stel dat de Duitse klant contact wil opnemen… Hij ziet een Nederlands adres en telefoonnummer. Stel dat hij of zij moet bellen. Wordt er dan door een Nederlandse telefonist opgenomen? In het Nederlands. Daar denkt een Duitser over na. En besluit dan niet te bestellen.
Wat betreft de vindbaarheid van de site speelt dan ook nog eens de technische inrichting van de site mee.
Duitsers zoeken in Google.de. Deze Duitse Googlesite toont andere zoekresultaten dan Google.nl of Google.com.
Google indexeert zoekresultaten mede op basis van de href-instellingen van de site. Door die instellingen weet Google of een site voor Nederland of Duitsland moet worden geindexeerd.
Door correct gebruik van de hreflang wordt de bounce rate van een meertalige site aanzienlijk verlaagd en de conversie verhoogd.
Opmerkelijk genoeg worden er fouten gemaakt met het gebruik van hreflang.
SEMrush contoleerde met de site audit tool 50 parameters en op 13 hreflang-controlepunten.
De resultaten van dit onderzoek:
- Hreflang-conflicten in de source code van een webpagina (58%)
SEMrush geeft een opsomming van Hreflang toepassingsfouten die te maken hebben met webpage source code conflicten. 58 procent van alle geanalyseerde meertalige websites heeft de volgende problemen:
- Geen hreflangtag die naar zichzelf verwijst
- Conflict tussen hfreflang en rel=canonical
- Meerdere URL’s worden genoemd voor dezelfde hreflangwaarde
- Slechte hreflang link (37%)
- Als de hreflang verwijst naar een pagina die niet bestaat (4xx HTTP statuscode), verwijst naar een redirect of geen volledige URL gebruikt, dan zal Google deze pagina’s verkeerd of helemaal niet indexeren.
- 37 procent van de meertalige websites heeft problemen met incorrecte hreflanglinks
- Hreflanglink verwijst naar een redirect
- Foutieve hreflanglink
- Geen volledige URL
- Hreflang ontbreekt (32%)
SEMrush ontdekte dat ongeveer 32 procent van de geanalyseerde websites verschillende talen gebruikt voor verschillende webpagina’s.
De deskundigen denken dat veel webbouwers niet met opzet de hreflang hebben weggelaten. Waarschijnlijk zijn ze niet voldoende op de hoogte van deze instellingen en de effecten daarvan.
We adviseren ondernemers met een meertalige website te controleren of alle webpagina’s hreflangs bevatten. Doe dat zorgvuldig.
Als er een typefout is maakt of een verkeerde taalcode wordt gebruikt bij de codering van de site krijgt Google de verkeerde informatie en zal de pagina verkeerd worden geinterpreteerd. Dit kan leiden tot het tonen van de webpagina in de verkeerde taal.
Het onderzoek laat zien dat op 21 procent van de onderzochte websites de ingestelde taal afweek van de daadwerkelijke taal.
Problemen met hreflangwaardes (15%)
De laatste categorie betreft een lijst met de verkeerde hreflangwaardes. Wanneer er een hreflangcode wordt toevoegd aan een webpagina, kan het voorkomen dat per ongeluk de verkeerde land- of taalcode wordt ingevoerd.
De webbouwers moeten het ISO 639-1 format voor taalcodes en het ISO 3166-1 Alpha 2 formaat voor landencodes gebruiken.
15 procent van de meertalige websites heeft een probleem met de hreflang waarde:
- Verkeerde landcode
- Verkeerde taalcode
- Underscore in plaats van koppelteken
- Alleen de landcode wordt gebruikt
- Verkeerde volgorde van hreflangwaardes
Uit analyse van meer dan 45 miljard zoekopdrachten in Google blijkt dat Duitsland in 2012 het meest toekomstgericht heeft gezocht.
Op de tweede plaats volgt Zwitserland. De derde plaats is voor Japan. Nederland blijft steken op de achtste plaats.
Google Analytics Duitsland
Uit analyse van Google data blijkt dat landen waarvan de inwoners toekomstgerichter zoeken, ook economisch beter presteren dan andere landen.
De onderzoekers Tobias Preis van de Warwick Business School, en Helen Susannah Moat van het London University College analyseerden meer dan 45 miljard zoekopdrachten in 2012.
Op basis van het onderzoek werd de Future-Orientation Index opgesteld. Met deze index willen de professoren bepalen welke landen toekomstgericht zoeken en welke landen meer naar het verleden kijken.
Om al deze landen te rangschikken op basis van toekomstgerichtheid berekenden de onderzoekers de ratio van het aantal zoekopdrachten voor 2013 ten opzichte van de zoekopdrachten met de term 2011.
Hiermee wilden ze bekijken of gebruikers informatie zochten dat gericht was naar de toekomst, of daarentegen juist zochten met de blik naar het verleden gericht.
Duitsland toekomstgericht
In totaal werden 45 landen gerangschikt in de Future-Orientation Index 2012. Daaruit blijkt dat Duitsland het meest toekomstgericht heeft gezocht op Google.
Tobias Preis ven Helen Susannah Moat concluderen dat Duitsers het meest geïnteresseerd zijn in de toekomst.
Op de tweede plaats volgt Zwitserland. De derde plaats is voor Japan. In 2011 stond het Verenigd Koninkrijk nog op de eerste plaats, in 2012 is het land teruggezakt naar de vierde plaats.
Ook België verliest enkele plaatsen ten opzichte van vorig jaar. In 2011 stond België nog op de zesde plaats in de index, voor 2012 staat België op de tiende plaats, net voor de Verenigde Staten.
Nederland staat op 8e plaats
Nederland blijft, net zoals in 2011, steken op de achtste plaats.
Onderaan de index vinden we Pakistan, Vietnam en Kazachstan. Verder zien we ook landen als China en Rusland in de onderste regionen van de index.
Economische prestaties Duitsland
Het onderzoek mag op het eerste zicht misschien ludiek lijken, maar eerder onderzoek toonde aan dat landen die goed scoren op deze index in de praktijk ook vaak een hoger BBP per capita hebben.
Uit analyse van Google data blijkt landen waarvan de inwoners toekomstgerichter zoeken, ook economisch beter presteren dan andere landen.
“Er bestaat dus een correlatie tussen het zoekgedrag van bewoners en de economische prestaties van het land”, concludeert professor Tobias Reis.