Duitse ondernemers doen sneller zaken met Poolse dan met Nederlandse bedrijven. Waarom? Omdat websites van Poolse bedrijven vaker in het Duits vertaald zijn.
Dat zeggen 74 Duitse ondernemers in een onderzoek van het Instituut voor Innovatief Marktonderzoek GIM naar het naar het imago van het Nederlandse bedrijfsleven, wetenschap en de politiek in Duitsland.
Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Nederlandse ambassade in Berlijn.
Hoewel het imago van Nederland in Duitsland uitgesproken goed is en de handelscontacten intensief zijn, kennen Duitsers maar weinig Nederlandse ondernemingen. En als ze die kennen, dan weten ze vaak niet dat het om Nederlandse bedrijven gaat.
De geringe zichtbaarheid van Nederlandse bedrijven maakt het moeilijk, aldus het onderzoeksrapport, om over te brengen dat Nederland sterk is op innovatieve gebieden als hightech en automation.
Alleen op het terrein van medische technologie heeft Nederland zijn reputatie in Duitsland afgelopen jaren versterkt. Verder associeert men Nederland nog altijd hoofdzakelijk met land- en tuinbouw en veeteelt: tulpen, tomaten, vlees en kaas.
De ondervraagden zijn afkomstig uit de top van het Duitse bedrijfsleven, waaronder de automotive, medische techniek, IT en machinebouw.
De topondernemers gaven in interviews aan bijna geen namen te kunnen noemen van belangrijke Nederlandse bedrijven.
De meeste Duitse ondernemers die meededen aan het onderzoek zeggen dat zij via Google in contact komen met mogelijke zakenpartners aan de andere kant van de grens. En zij vinden hun potentiële buitenlandse zakenpartners door zoekopdrachten die zij in het Duits geven.
Duitse ondernemers lezen het liefst in hun eigen taal. Terwijl veel Nederlandse ondernemers juist denken dat het toch voldoende moet zijn om voor buitenlandse ondernemers te volstaan met een Engelse vertaling.
Dat klopt voor Duitsland dus niet.
Omdat veel Poolse firma’s zich, in tegenstelling tot Nederlandse bedrijven, wel in het Duits presenteren op internet, hebben zij vaak een streepje voor in Duitsland.
De Nederlandse land- en tuinbouwsector produceert volgens veel Duitsers nog steeds de belangrijkste exportproducten.
Alleen op het gebied van medische techniek is de reputatie een klein beetje beter geworden, voor alle andere sectoren is het blijkbaar erg moeilijk geweest om in de Duitse hoofden te blijven hangen.
Het grootste verschil tussen beide ondernemingsculturen is volgens de Duitse ondernemers het verschil in eisen aan het kwaliteitsmanagement. Waar veel bedrijven in Duitsland grote waarde hechten aan certificering, controle en keurmerken, kijken veel Nederlanders met een iets informelere bril naar hun werk.
Soms wordt de Nederlandse jovialiteit als nadeel gezien, maar de pragmatische kant ervan kan op het tweede gezicht volgens de Duitse ondernemers als een goede aanvulling op het Duitse perfectionisme dienen.
Belangrijke Nederlandse innovatieclusters en -netwerken konden de ondervraagden niet noemen. Wel bleek over het algemeen uit het onderzoek, waarin de nadruk lag op ondervraagden uit Zuid-Duitsland, dat de zichtbaarheid van Nederland in zijn geheel gegroeid is, onder andere door het bezoek van het koningspaar.
Hoewel men zich een beetje zorgen maakt over het groeiende populisme in Nederland, is de algemene tendens positief. De politieke zorgen zijn bovendien te verklaren omdat het onderzoek werd uitgevoerd ten tijde van de Nederlandse coalitievorming.
De aanwezigheid van Nederlandse bedrijven concentreert zich in twee regio’s in het noordwesten en zuiden van Duitsland (Noordrijn-Westfalen, Beieren en Baden-Württemberg). Hierin is, in vergelijking met vier jaar geleden, weinig veranderd.